Aanvullend beleid nodig voor de opschaling van waterstofimport in Nederland

De import van waterstof en waterstofdragers[1] biedt kansen voor de verduurzaming van de industrie, mobiliteit en de elektriciteitssector van Nederland. Om deze kans te verzilveren moet de Rijksoverheid een aantal beleidsknelpunten rondom vraag naar waterstof en financiering van de eerste projecten oplossen. Dat blijkt uit een studie die PWC heeft uitgevoerd in opdracht van een brede coalitie van energieinfrastructuurbedrijven, zeehavens en brancheorganisaties.

Benieuwd naar de studie? Deze vindt u hier.

Potentie van waterstofimport

Voor de verduurzaming van het Nederlandse energiesysteem is in alle scenario’s een grote hoeveelheid waterstof nodig. Geïmporteerde waterstof is hierin noodzakelijk, omdat het onwaarschijnlijk is dat er nu en in de toekomst voldoende hernieuwbare energie beschikbaar is in Nederland om aan de volledige vraag naar hernieuwbare energie en waterstof te kunnen voldoen. Bovendien kan waterstofimport zorgen voor betere betaalbaarheid en leveringszekerheid. Nederland is nu al een energiehub, en is zodoende uitstekend gepositioneerd om die rol ook in te nemen voor duurzame energie. Daarom ziet het Rijk – complementair aan lokale productie van groene en koolstofarme waterstof – terecht import van waterstof(dragers) een belangrijke rol spelen.

Knelpunten

Er zijn echter een aantal knelpunten die opgelost moeten worden om de eerste importprojecten van de grond te krijgen.

  • Waterstofimportterminals worden goedkoper bij schaalvergroting. Langetermijnzekerheid over de toekomstige waterstofvraag, zoals doelen tot en met 2040, helpt deze projecten om economisch efficiënt te opereren. Ook lokale productie zal daar baat bij hebben.
  • Import van waterstof kent een onrendabele top: het kostenverschil met het grijze alternatief (incl. ETS-kosten). Deze onrendabele top is groter bij de eerste projecten, omdat de eerste opschalingsstap grotere financiële risico’s en een vollooprisico met zich meebrengt.
  • Consistent langetermijnbeleid, de tijdige beschikbaarheid van waterstofinfrastructuur, een gezond ondernemersklimaat met aanpak van knelpunten rondom stikstof, netcongestie en lange vergunningstrajecten en publieke acceptatie zijn voorwaarde voor de realisatie van importprojecten.

Beleidsaanbevelingen

  • Voor meer zekerheid over toekomstige waterstofvraag moet het vaststellen van normen voor de Nederlandse mobiliteits-en industrie sector voor langere termijn overwogen worden. Verder kan het doorleggen van afnameverplichtingen naar de eindgebruiker voor producten op basis van duurzame waterstof een belangrijke bijdrage leveren.
  • De onrendabele top voor de omzetting van ammoniak (waterstofdrager) naar waterstof binnen waterstofterminals kan op verschillende manieren weggenomen worden; bijvoorbeeld door het aanpassen van de kaders van het bestaande H2Global-instrument, ruimte scheppen voor waterstofimport in de OWE- en SDE++-regelingen, garanties voor het vollooprisico en introductie van een capaciteitsmechanisme.

Reactie NLHydrogen

Marcel Galjee, bestuursvoorzitter van NLHydrogen: “Het mooie aan deze studie is dat hij een concrete verdieping geeft op één van de belangrijkste onderdelen van het waterstofsysteem. De studie blijft niet hangen in algemeenheden, maar geeft duidelijke concrete handvatten om waterstofimport op gang te brengen. Een volgend kabinet kan deze aanbevelingen hopelijk vlot implementeren en hiermee een grote bijdrage leveren aan verduurzaming van de Noordwest-Europese industrie- en energiesector.

Samenhang met andere onderzoeken

Deze studie is opgezet als vervolgstap na het aanbieden van de Waterstof Import Manifest aan minister Hermans van Klimaat en Groene Groei. Parallel aan deze studie worden ook voor vloeibare waterstof, LOHCs en methanol knelpunten in kaart gebracht. Deze resultaten worden begin 2026 in gezamenlijkheid met de politiek gedeeld.

Deze studie is door PWC uitgevoerd in opdracht van NLHydrogen, Air Products, Chane, LBC Tank Terminals, VTTI, Port of Rotterdam, North Sea Port, Smart Delta Resources en VOTOB.

Gelijktijdig met deze studie wordt ook een studie van CE Delft in opdracht van VOTOB (de branchevereniging voor tankopslagbedrijven) gepubliceerd, waarin prognoses voor de kostprijs van in Nederland geproduceerde en geïmporteerde waterstof worden onderzocht. Deze studie vindt u hier.


[1] Waterstofdragers zijn stoffen waaraan waterstof kan worden gebonden, met name voor transport en opslag. De meest kansrijke stoffen hiervoor zijn ammoniak, vloeibare waterstof, methanol en Liquid Organic Hydrogen Carriers (LOHCs)

Contactpersoon

Heeft u nog vragen of opmerkingen over de importstudie? U kunt contact op nemen met:

Lieuwe Brouwer | Programmacoördinator NLHydrogen
lieuwe.brouwer@nlhydrogen.nl