De Tweede Kamer heeft een motie aangenomen die verschillende knelpunten in de waterstofsector adresseert en helpt de opschaling van de waterstofeconomie te versnellen. De motie, ingediend door Bontenbal (CDA) en medeondertekend door Erkens (VVD), Vermeer (BBB), Grinwis (CU), Postma (NSC), Koekkoek (Volt) en Flach (SGP), bevat concrete voorstellen om de voorwaarden voor waterstofproductie en -gebruik te verbeteren.
De motie richt zich op vijf belangrijke punten:
1. Aanpassing van subsidieregelingen aan realistische oplevertermijnen, zoals bij de Delta Rhine Corridor.
Voor waterstofprojecten die afhankelijk zijn van infrastructuur zoals de Delta Rhine Corridor (DRC) is het cruciaal dat subsidietermijnen in lijn blijven met de daadwerkelijke oplevering van deze infrastructuur. Momenteel lopen sommige projecten het risico hun subsidie niet tijdig te kunnen benutten door vertragingen in de realisatie van bijvoorbeeld waterstofleidingen.
2. Blauwe waterstof erkennen als vervanger van zowel grijze waterstof als aardgas.
Blauwe waterstof wordt nu vooral gezien als vervanger van grijze waterstof in stimuleringsmaatregelen, maar kan ook een belangrijke rol spelen in het vervangen van aardgas in industriële processen en energieproductie. Dit kan niet alleen de CO₂-uitstoot verlagen, maar ook de vraag naar waterstof vergroten, wat helpt bij de verdere ontwikkeling van de markt en infrastructuur. Blauwe waterstof is een belangrijke tussenstap op weg naar een volledig hernieuwbare waterstofeconomie.
3. Snel een oplossing vinden voor de hoge nettarieven van elektrolysers.
Op dit moment vormen hoge netkosten een aanzienlijk deel van de prijs van groene waterstof, terwijl in landen als Duitsland en België elektrolysers worden vrijgesteld of een korting krijgen op deze kosten. Deze motie roept onder andere de regering op de ACM te verzoeken met een voorstel voor de nettarieven te komen in samenspraak met de waterstofbranche en netbeheerders.
4. Versoepeling van de criteria voor groene waterstof, waarbij ook op EU-niveau wordt gepleit voor een bredere definitie.
Momenteel gelden er strikte eisen dat groene waterstof enkel wordt geproduceerd met gelijktijdig opgewekte hernieuwbare energie uit de directe omgeving. Dit element uit de motie pleit voor een bredere interpretatie binnen de EU.
5. Gelijke behandeling van waterstof uit hernieuwbare bronnen en kernenergie binnen Europa.
Het laatste element uit motie Bontenbal cs. stelt dat Nederland zich bij de Europese Commissie moet inzetten voor een gelijkwaardige behandeling van waterstof geproduceerd uit hernieuwbare bronnen en uit kernenergie. Hoewel waterstofproductie uit kernenergie nog in de praktijk moet worden bewezen door de hoge kosten van kernenergie, zou dit bij kunnen dragen aan een CO₂-neutrale energiemix.
Met deze aangenomen motie wordt een aantal essentiële knelpunten in de sector erkend en wordt de weg vrijgemaakt voor verdere groei en ontwikkeling van waterstof in Nederland. NLHydrogen ziet dit als een positieve stap in het realiseren van een robuuste waterstofeconomie die zowel de industrie verduurzaamt als Nederland als waterstofhub versterkt.
Motie Vraagcreatie
Een andere belangrijke motie voor de waterstofbranche is ingediend door Pieter Grinwis (ChristenUnie) en medeondertekend door CDA, D66 en GL-PvdA. De motie verzoekt de regering om in Europees verband en in de verdere uitwerking van de Clean Industrial Deal te pleiten voor stimulering van de vraagkant, onder meer met normen die het gebruik van hernieuwbare waterstof verderop in de keten bevorderen. NLHydrogen ziet vraagcreatie als een belangrijke stap naar de opschaling van groene waterstof en de verduurzaming van Europa.
De komende tijd zal NLHydrogen meedenken over hoe motie Bontenbal cs. van papier naar realiteit kan.
